Gips
Aandachtspunten en alarmsignalen in geval van het dragen van een gips
Aandachtspunten bij het dragen van een gips:
- Hoogstand van het lidmaat dat in het gips zit.
- Ijsapplicatie bovenop het gips (indien het ongeval pas gebeurd is).
- Verwijder steeds sieraden (zeker ringen) bij het dragen van gips.
- Beweeg de vingers of tenen van het lidmaat dat in het gips zit.
- Gebroken gips: maak dan een vervroegde afspraak in de gipskamer, waar het gips werd aangelegd.
- Loopgips: In geval van een loopgips wordt geadviseerd hier ook effectief mee te wandelen en door te steunen.
Alarmsignalen:Â
- Gespannen gevoel in het gips.
- Zinderingen, gevoelloosheid, koudegevoel, verstijving, kleurverandering.
- Pijn die niet vermindert met pijnstillers of hoogstand !
- Cave: compartiment syndroom !
- Pijn in de kuit bij het dragen van een onderbeengips.
- Cave: bloedklonter / thrombose / flebitis in de kuit.
Types gips:
- Open gips:
Deze gips immobiliseert het getroffen lidmaat maar laat wel nog zwelling toe.
Dit type gips wordt meestal onmiddellijk na het trauma (bv. op de dienst spoedgevallen) aangelegd aangezien er in de korte periode na het trauma nog zwelling kan optreden.
Hoogstand en ijsapplicatie bovenop het gips zijn cruciaal, om zwelling te vermijden. - Gesloten gips:
Dit type gips is meestal synthetisch en wordt 'circulair' aangelegd. Dit laat met andere woorden geen zwelling meer toe. Het is comfortabeler om dragen, maar kan best niet worden aangelegd in een periode, kort na het trauma, aangezien er dan nog frequent nog zwelling optreedt.
Indien er in het lidmaat toch zwelling optreedt, kan dit ernstige gevolgen hebben.