U wenst informatie over
Net zoals elk gewricht, is het ellebooggewricht ook onderhevig aan slijtage. Slijtage dat zich vertaalt in kraakbeenverlies en finaal leidt tot gewrichtsdestructie (artrose). Artrose geeft de aanzet tot de vorming van extra botaanwas (osteofieten) ter hoogte van de gewrichtsranden. Deze osteofieten kunnen bij trauma afbreken en zich vrij bewegen in het gewricht, we noemen ze dan ook gewrichtsmuizen of ‘loose bodies’. Gewrichtsmuizen die de elleboog regelmatig blokkeren, dienen door een kijkoperatie verwijderd te worden. 1
Wat is het
Net zoals een knie- of heupgewricht, is het ellebooggewricht ook onderhevig aan slijtage. Naast de leeftijdsgebonden verschijnselen, liggen elleboogtrauma en chronische gewrichtsontsteking (zoals reumatoïde artritis, jicht of infectie) mee aan de basis van een verhoogde kans op slijtage. Wanneer de kraakbeenslijtage alom aanwezig is, spreekt men van artrose. Artrose wordt gekenmerkt door slijtage van het kraakbeen en extra botaanwas (osteofieten) ter hoogte van de gewrichtsranden. In eerste instantie, zullen osteofieten ter hoogte van de elleboog, progressieve stijfheid en bewegingsbeperking in de hand werken. Daarnaast kunnen osteofieten bij mineure trauma afbreken, en zich vrij bewegen in het gewricht. De gevormde gewrichtsmuizen (loose bodies) kunnen vast haperen binnenin het gewricht en zo de elleboog met regelmaat blokkeren. 1
Klachten
Klassiek geeft artrose vooral pijn bij belastingen. Pijn in rust, kan verklaard worden door een belangrijke (gewrichts-)ontsteking.
Meer specifiek voor de elleboog, geeft artrose vooral een bewegingsbeperking. Patiënten krijgen de elleboog niet meer volledig gestrekt of hebben moeite met de hand naar het hoofd/nek te brengen (haar kammen, tanden poetsen tot zelf eten). Naast een bewegingsbeperking, kan de aanwezigheid van gewrichtsmuizen, de elleboog ook met regelmaat blokkeren.
Bij vergevorderde artrose van de elleboog, kunnen osteofyten in de groeve van de nervus ulnaris, cubital tunnel klachten induceren. Een anterieure transpositie is in dat geval aangewezen.
Jonge werpsporters, met een onderliggende laxiteit van de binnenste gewrichtsband, kunnen lokaal osteofyt vorming creëren ter hoogte van de bovenste tip van het olecranon. Dit in het kader van ‘Valgus Extension Overload Syndrome’. Dit laatste leidt eveneens tot een verminderde of pijnlijke extensie van de elleboog.
Diagnose
De diagnose wordt op een zeer efficiënte manier gesteld. De combinatie van een goede anamnese en klinisch onderzoek kunnen de diagnose al snel vermoeden. Bijkomende radiografieën van de elleboog zullen deze diagnose bevestigen. Bij verdere oppuntstelling dient een (artro-) CT te gebeuren.
Waarom behandelen
De patiënt wordt behandeld om op een efficiënte manier zijn levenskwaliteit terug te winnen. Bij langer bestaande klachten, kan dit een duidelijke weerslag hebben op dagdagelijkse en/of professionele activiteiten. Voornaamste hinder wordt ondervonden bij het intermittent haperen van of toenemende moeite met volledig plooien of strekken van de elleboog.
De behandelingskeuze is afhankelijk van
- Het profiel van de patiënt: leeftijd, beroep, sport, comorbiditeiten
- De frequentie en intensiteit van de klachten
- De uitgebreidheid van artrose +/- gewrichtsmuizen
- De verwachtingen van de patiënt
- De reeds voltrokken behandelingen
Niet-operatief
Net zoals elke artrose in eender welk gewricht, is een conservatief beleid de eerste keuze behandeling. Hierbij vormen rust, pijnstilling +/- ontstekingsremmers, ijsapplicatie en gerichte kinésitherapie de essentiële bouwstenen.
Een infiltratie met corticosteroïden of hyaluronzuur behoren te de mogelijkheden. Al zijn de goede resultaten vaak enkel van korte duur.
Operatief
- Wanneer de elleboog met regelmaat blokkeert, door de aanwezigheid van 1 of meerdere gewrichtsmuizen die niet beantwoorden aan een conservatief beleid, is een kijkoperatie aangewezen. Naast het verwijderen van gewrichtsmuizen, is een kijkoperatie ook aangewezen voor het verwijderen van osteofieten en/of stug gewrichtskapsel die verantwoordelijk zijn voor een invaliderende bewegingsbeperking of stijfheid. We trachten door middel van een kijkoperatie (arthroscopie), zo gewricht-sparend mogelijk te werk te gaan.
- Wanneer een complete gewrichtsdestructie zich aanbiedt, en onvoldoende winst kan geboekt worden met een kijkoperatie, zal de optie voor een elleboogprothese gelicht worden.
Meer info ivm uw opname en de verdoving.
Operatie: samengevat
Elleboogarthroscopie / kijkoperatie
Dagopname / hospitalisatie
Locoregionale verdoving of algemene verdoving
45 minuten
2 weken
24u in extensie
Na 24u
Na 2 weken
1 maand (bureau) - 2 maanden (fysiek)
Progressief
Na 24u progressief
Na 3 - 6 maanden
Operatie: samengevat
Klassieke open techniek
1 nacht hospitalisatie
Locoregionale verdoving of algemene verdoving
45 minuten
2 weken
geen
Onmiddellijk
Na 2 weken
1 maand (bureau) - 6 maanden (fysiek)
Progressief
Na 2 weken progressief
Na 3 - 6 maanden
Operatie: uitgebreide uitleg
De ingreep: wat en voor wie
Behalve gewrichtsmuizen die met regelmaat blijven haperen in het gewricht, zullen ook patiënten die conservatief uitbehandeld zijn voor een gevorderde artrose, afstevenen op een heelkundige behandeling. Naast het verwijderen van de gewrichtsmuizen, zullen we ook prominente osteofieten en stug gewrichtskapsel verwijderen om de beweeglijkheid van de elleboog terug te winnen. Dit kan zowel via een open techniek als met een kijkoperatie (arthroscopie).
Een arthroscopie geniet onze voorkeur, omdat we via een minimaal invasieve techniek (portals), een camera en werkinstrumenten tot binnen in het gewricht kunnen brengen. Een open techniek zal enkel gebeuren wanneer de anatomie van de elleboog dermate verstoord is (na trauma, vergevorderde reumatoïde artritis, enz.), wanneer osteosynthesemateriaal moet verwijderd worden en wanneer de mogelijke complicaties van een kijkoperatie niet opwegen tegen de voordelen ervan.
Wat moet er gebeuren voor de ingreep
Voorafgaande aan de ingreep zal de patiënt zich begeven naar zijn huisarts voor het volgende:
- Preoperatieve vragenlijst ( allergie / medicatiefiche/…)
- Afname van preoperatieve onderzoeken
- Controleren van de antistolling
- Advies tot rookstop
Hoe verloopt de ingreep
- Naargelang de complexiteit van de ingreep, verloopt alles via het dagziekenhuis of zal een éénmalige overnachting overwogen worden. Idem dito voor wat de verdoving betreft. Het verwijderen van geïsoleerde gewrichtsmuizen kan onder locoregionale anesthesie, terwijl een volledige synovectomie (open en artroscopisch) preferentieel onder algemene anesthesie gebeurd.
- Na een arthroscopie, wordt de elleboog voor 24u gestrekt in een rustspalk geplaatst.
Beleid tijdens de hospitalisatie
Een goede pijncontrole staat centraal in de verdere nazorg tijdens uw verblijf in het ziekenhuis. Verder kan de nodige wond- en toiletzorg verricht worden.
Beleid na ontslag
Na een arthroscopie wordt de elleboog gestrekt in een rustspalk geplaatst. Deze mag na 24u zelfstandig of door een verpleegkundige verwijderd worden. De nodige wondzorg kan dan simultaan verricht worden. Verbanden dienen altijd droog en proper te blijven. Gerichte kinesitherapie zal relatief snel opgestart worden om stijfheid tegen te gaan of de herwonnen beweeglijkheid te behouden. Pijnstilling +/- ontstekingsremmers zullen systematisch voorgeschreven en ingenomen worden, dit om een maximaal comfort en spoedig herstel te garanderen.
Controle en opvolging
- Eerste controle is voorzien na 2 weken. Dan worden de hechtingen verwijderd en zal de elleboog klinisch geëvalueerd worden. Kinésitherapie zal zich richten op een functioneel herstel.
- Tweede raadpleging is voorzien na 6 weken. Wanneer de elleboog alsnog verstijft, zal zowel kinésitherapie opgedreven worden en zal zelfstandige dagelijkse stretching aangemoedigd worden.
Revalidatie
- Van zodra de postoperatieve pijn het toelaat, mag de elleboog progressief belast worden. In eerste instantie dient men te streven naar een maximale recuperatie aan beweeglijkheid (flexie en extensie). Krachtsopbouw moet afgewogen worden aan de belastbaarheid van de elleboog, dit om bijkomende slijtage te voorkomen. Naargelang de uitgebreidheid van de ingreep, kan de revalidatie enkele weken tot maanden duren, steeds met een goed resultaat.
- Arbeidsongeschiktheid: 4-6 weken voor bureauwerk, 3-4 maanden voor zwaar fysiek werk.
Eventuele complicaties
Een kijkoperatie is minimaal invasief, maar niet vrij van complicaties, hoe klein ze ook zijn.
- Zenuwletsel
- Nabloeding
- Recidief stijfheid of bloccage
- Wondproblemen
Nog enkele tips
Dagdagelijks individuele stretching (flexie en extensie) ligt aan de basis van een succesvolle revalidatie (“Little & Often”). Kinésitherapie dient hier enkel als ondersteunende rol. Tot slot, gebruik de elleboog op een doordachte manier, om verdere overbelasting en slijtage te voorkomen.