U wenst informatie over
Wat is artrose van het acromio-claviculair gewricht
Het sleutelbeen (clavicula) is verbonden met het acromion, een deel van het schouderblad. Deze verbinding of dit gewricht bestaat uit een kapsel met ligamenten en meniscus of schokdemper tussen de twee botten. Door slijtage of een oud trauma kan de meniscus en uiteindelijk het ganse gewricht slijten. De slijtage veroorzaakt een ontsteking of artrose.
Klachten
- Pijn:
- Typische pijn die uitstraalt van nek tot bovenkant schouder; Soms verward met een cervicaal probleem
- Drukpijn op het gewricht.
- Verminderde mobiliteit
- Soms vochtophoping in het gewricht
Diagnose
- Uw verhaal
- Het klinisch onderzoek van de arts
- Bijkomende onderzoeken:
- Radiografie
- Echografie
- Artro-CT of Artro-MR indien nodig om andere letsels uit te sluiten
Waarom behandelen
Voornamelijk om de pijn weg te nemen.
Welke behandeling hangt af van
We geven altijd voorkeur aan een niet operatieve behandeling.
Niet operatief
- Pijnstilling en ontstekingsremmers
- Ijsapplicaties
- Rust
- Kinesitherapie:
- tegen de pijn en om de mobiliteit en houding te verbeteren.
- Infiltraties met cortisone,
- 2 tot 3 keer maximum.
- Indien mogelijk op de raadpleging.
- Indien het gewricht te nauw is, via een echografie.
Operatief
- Een operatie wordt voorgesteld als de conservatieve behandeling faalt.
- Het gewricht wordt bijgewerkt via een kijkoperatie.
Meer info ivm uw opname en de verdoving.
Operatie: samengevat
Dagziekenhuis of opname van 1 nacht
Algemene anesthesie
Een half uur
2 weken
Enkel tegen de pijn. Vrije mobilisatie is toegestaan
Na twee weken, indien nodig.
Met hulp de eerste dagen
Loopband en hometrainer na 2 weken.
Andere sporten na zes weken
Na 2 weken
na 3 tot 6 maanden
Operatie: uitgebreide uitleg
Via een kijkoperatie wordt het gewricht bijgewerkt totdat het de vorm heeft van een normaal gewricht. Dit wordt met artroscopische botfrezen uitgevoerd. Indien er bijkomende letsels zijn, worden die ook behandeld.
Voor wie en wat wordt er gedaan
Bij mensen bij wie een niet operatieve behandeling gefaald heeft.
Het gewricht wordt onder algemene narcose via een kijkoperatie bijgewerkt tot er opnieuw voldoende ruimte is tussen de twee botten met respect voor het kapsel en de ligamenten rondom het gewricht
Wat moet er gebeuren voor de ingreep
- Om de kwaliteit van de ingreep te controleren en te kunnen vergelijken met andere patiënten, gebruiken we standaard vragenlijsten voor en na de ingreep. Alle gegevens worden anoniem verwerkt . We gaan u ook vragen als we uw gegevens anoniem mogen gebruiken.
- Ga naar de opnamedienst om de administratieve zuil van uw opname te regelen
- Neem afspraak met uw huisarts voor de preoperatieve onderzoeken en vragenlijsten. Vergeet de resultaten niet mee te nemen bij opname
- Vergeet niet te vermelden als u allergisch bent aan medicatie, latex of ontsmettingsmiddelen
- Bloedverdunners moeten soms gestopt worden, bepaal dit met de orthopedist of huisarts
- De dag van de ingreep moet u nuchter zijn (niets eten of drinken)
Hoe verloopt de ingreep
- De ingreep wordt uitgevoerd door uw behandelende orthopedist, bijgestaan door zijn assistenten (arts-specialisten in opleiding), operatieverpleegkundigen en de anesthesist.
- Om de pijn maximaal te bestrijden gebruiken we een locoregionale en algemene anesthesie. Meer informatie over pijnbestrijding voor, tijdens en na de ingreep vindt u hier.
- Meestal worden de patiënten pas echt wakker en goed bewust in de ontwaakkamer.
- De geopereerde arm bevindt zich dan in de draagdoek; Vergeet niet dat de arm dan volledig slaapt als u een locoregionale verdoving gehad hebt;
- Eens goed wakker keert u terug naar uw kamer.
Beleid tijdens de hospitalisatie
- Opname de dag zelf van de ingreep en hospitalisatie van 1 nacht of dagopname
- Meestal kan u dezelfde avond al iets eten en drinken;
- De arm wordt meestal in het midden van de nacht wakker. Vanaf dan zal u de postoperatieve pijn gewaar worden. U krijgt aangepaste pijnstilling, maar als dit onvoldoende is, belt u de verpleegkundigen op.
- Dezelfde avond in dagopname of de dag na de ingreep :
- Verpleegkundige zorgen
- Kinesitherapie: aan-en uitdoen schouderverband, oefeningen en raad over zelfredzaamheid
- Bezoek orthopedist voor verdere informatie
- Meestal kan u tegen ‘savonds of de volgende middag naar huis, tenzij u om medische redenen langer moet blijven.
Beleid na ontslag
- Meer informatie over pijnbestrijding voor, tijdens en na de ingreep vindt u hier.
- De draagdoek draagt u enkel als u pijn hebt.
- Wondverzorging
- Voor u het ziekenhuis verlaat, worden de verbanden ververst. De verbanden moeten altijd droog en proper blijven. Meestal zijn het waterafstotende verbanden die U niet hoeft te vervangen. U mag een douche nemen maar de verbanden mogen niet weken in een bad.
- Indien ze vuil zijn of loskomen, mag U ze vervangen door nieuwe die U vrij kan kopen bij de apotheek. Bij twijfel, raadpleeg Uw huisarts. De verbanden worden definitief verwijderd tijdens de controle consultatie twee weken na de ingreep.
- De korstjes moeten vanzelf vallen, dit geeft de mooiste littekens. Eens de korstjes gevallen zijn, mag u de littekens met hydraterende zalf insmeren om de huid soepel te maken.
- Let altijd op roodheid, zwelling, sijpelende wondjes, koorts en toenemende pijn. Indien één van deze tekens optreedt, neemt u best contact met uw huisarts.
Controle en opvolging
- Raadpleging orthopedie na 2, 6 en 12 weken. Langer enkel indien nodig
- Er zal soms ook een opvolging zijn met vragenlijsten die tijdens de raadpleging maar ook telefonisch of per mail kunnen ingevuld worden
Revalidatie
- Doe regelmatig de oefeningen du u tijdens de opname geleerd hebt.
- Stijfheid is een natuurlijk maar tijdelijk gevolg na een ingreep. Bij het aankleden begint u best met de betrokken arm. Bij het uitkleden begint u met de gezonde kant. Vermijd bruuske bewegingen.
- Aangezien er geen pees of een ander weefsel moet ingroeien mag u de arm onmiddellijk zelf gebruiken. Doe wat u kan, maar blijf onder de pijngrens en bruuske bewegingen vermijden.
- Kinesitherapie start onmiddellijk, na twee weken of na zes weken in functie van het letsel.
- Het kan tot drie maanden duren voor u op de geopereerde kant kan slapen
Eventuele complicaties
- Een frozen shoulder. Als je de schouder té weinig beweegt, kan hij verstijven. Om dat te voorkomen, moet je die bewegingen en oefeningen doen die zijn voorgeschreven. Maar, ALTIJD onder de pijngrens blijven.
- Blijvende pijn over het gewricht is zelden aanwezig.
- Infectie kan na elke ingreep maar komt ook niet frequent voor. Denk er aan bij koorts, lokale roodheid, zwelling of abnormale pijn. Hanteer zelf een goede hygiëne van de operatiewondjes en volg de instructies voor de verzorging goed op.
- Tromboflebitis: de vorming van een bloedklonter in de aders. Dat is zeldzaam na een schouderoperatie. Loop vooral genoeg rond, om dit te voorkomen.
- Schade aan een bloedvat of zenuw is ook erg zeldzaam. Een zenuwprobleem komt meestal vanzelf in orde na enkele maanden.
- Soms kan het gewonnen effect niet lang duren en zal er toch een andere ingreep moeten overwogen worden.
Nog enkele tips
Beweeg regelmatig met de hand, de pols en de elleboog. Hou rekening met de pijn; In principe mag u alles doen wat niet pijnlijk is. Stijfheid is een natuurlijk maar tijdelijk gevolg na een ingreep. Bij het aankleden begint u best met de betrokken arm. Bij het uitkleden begint u met de gezonde kant. Vermijd bruuske bewegingen.
Indien u vragen hebt of ongerust bent, kan u het secretariaat orthopedie bereiken via mail of per telefoon.