U wenst informatie over
Hallux valgus, ook wel gekend als de knobbel aan de grote teen (=bunion), is de meest voorkomende aandoening in de voorvoet. 1
Wat is hallux valgus
- Het gaat om een misvorming die ontstaat door de mediale verplaatsing van het 1ste middenvoetbeentje en de laterale verplaatsing van de grote teen naar de tweede teen. Doorheen de jaren verplaatst het 1ste middenvoetbeentje zich naar de binnenzijde van de voet en de grote teen naar de tweede teen toe. Dit resulteert in een pijnlijke knobbel dat men de bunion noemt. De bunion is dus geen extra been, kalk of tumor maar het is de kop van het 1ste middenvoetbeentje dat tegen de huid drukt en een bron van pijn, last en roodheid kan worden, vooral in de schoenen. 1
- De oorzaak van deze aandoening is multifactorieel. Zowel genetische predispositie als het dragen van hoge hakken met nauwe voorvoet kunnen een rol spelen. Het komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen.
- Hallux valgus verstoort de biomechanica van de voorvoet. Vooral omdat door de hallux valgus de 1ste straal van de voet niet meer ten volle het gewicht van het lichaam draagt. Hierdoor zal het gewicht bij het afrollen van de voet minder door de 1ste straal gedragen worden en zal het gewicht meer door de naastliggende voetstralen (2de/3de en 4de straal) gedragen worden. Op termijn leidt dit tot een overbelasting van de metatarsalen of de middenvoetsbeenderen. Dit noemt men transfer metatarsalgie. Vandaar dat men vaak bij hallux valgus, naast pijn t.h.v. de bunion ook vaak pijn onderaan de voorvoet ervaart bij het afrollen van de voet.
Klachten
- De voornaamste klachten zijn pijn en roodheid rondom de bunion (de knobbel). Deze klachten worden soms erger bij het dragen van hoge hakken of te nauwe schoenen. Vaak is er ook naast pijn t.h.v. de bunion, pijn onder de voorvoet aanwezig (transfert metatarsalgie).
- Soms ziet men ook dat de hallux valgus zodanig gevorderd is, dat de grote teen de 2de teen volledig wegduwt. Deze laatste wordt dan ook een bron van pijn door tekort aan ruimte. De 2de teen kan bij sommigen, door het langdurig bestaan van de hallux valgus, een pijnlijk hamerteen worden.
Diagnose
- Klinisch onderzoek
- Radiografie (staand) van de beide voeten.
Waarom wordt er behandeld
- Hallux valgus is een progressieve aandoening die met de tijd erger wordt. Geen aandacht besteden aan hallux valgus of deze lang onbehandeld laten zal andere problemen met zich meebrengen, zoals transfer metatarsalgie, hamertenen, slijtage (artrose) van het gewricht. Meestal is dan, bij mensen die te lang wachten, ook veel complexere chirurgie nodig om de biomechanica van de voorvoet te herstellen.
De behandelingskeuze is afhankelijk van
- Dagelijkse pijn en last t.h.v. de bunion en/of de onderzijde van de voorvoet,
- Mogelijke veranderingen die optreden in de dagelijks activiteit door de pijn en die ook de kwaliteit van het leven beginnen te beïnvloeden,
- Het moeilijk en moeilijker worden om schoenen te dragen,
- Een snelle toename van de hallux valgus,
- De graad van bloedtoevoer en de doorgankelijkheid van de bloedvaten naar de voet toe. (Bij sommige patiënten is een vasculair nazicht noodzakelijk).
Niet operatief
- Aanpassen van schoeisel.
Vooral brede en comfortabele schoenen om de bunion meer ruimte te geven is meestal de 1ste stap, - Hoge hakken en nauwe schoenen vermijden,
- Steunzolen dragen kunnen de klachten helpen, maar ook hier is, naast steunzolen, goede ruime schoenen waar de steunzolen en de voet inpassen van belang,
- Een nachtelijke orthese of siliconenorthese kunnen helpen, maar dat is helaas tijdelijk. De progressie van de aandoening kan vertragen maar zal niet stoppen. 1
Operatief
- Bij het falen van de conservatieve therapie, zal men in samenspraak met de patiënt(e) een operatieve behandeling uitvoeren.
- Er zijn meer dan 150 verschillende operatieve technieken in de orthopedische literatuur voor hallux valgus - correctie beschreven.
- Het doel van de chirurgie is het realigneren van de 1ste straal van de voet, met behoud van mobiliteit van het gewricht en functionaliteit van de voet.
- De meest populaire technieken zijn de Chevron- en de Scarf-procedure die t.h.v. het 1ste middenvoet beentje worden uitegvoerd.
- Hierbij wordt het 1ste middenvoetbeentje op bepaalde plaatsen doorgezaagd (osteotomie) en wordt de kop van het 1ste middenvoetbeentje naar de juiste positie opgeschoven. Vaak is het dan ook noodzakelijk om, nadat de juiste positie bekomen is, een fixatie met één of twee schroeven uit te voeren die speciaal voor deze procedure ontworpen zijn. Soms kan dit ook met fixeren zonder schroeven.
- De genoemde technieken kunnen ook gecombineerd worden met de Akin-procedure waarbij een osteotomie t.h.v. de teen zelf wordt uitgevoerd. 1
Operatie: samengevat
Dagziekenhuis of 1 nacht opname
Popliteaalblok (prik in de achterkant van het bovenbeen om de zenuwen te verdoven die naar de voet lopen) met algemene narcose of met epidurale (ruggeprik).
45-75 min , afhankelijk van de graad van correctie.
Dit wordt 1x/week bij ons in het ziekenhuis gedaan, het post-operatieve voetverband blijft dicht en wordt enkel door de chirurgen zelf gewisseld op afspraak.
Niet noodzakelijk.
Enkel bij patiënten met risico op thrombose.
14 dagen
1 week niet op de geopereerde voet stappen (krukken, gangkader).
Van zodra het voetverband niet meer noodzakelijk is.
Pijnstilling wordt voorgeschreven. Hoogstand en ijsapplicatie wordt de eerste 4 weken ten zeerste aangeraden om te grote zwelling van de voet te voorkomen.
1ste week na de operatie wordt steunverbod aangeraden op de voet die de operatie heeft ondergaan. Vanaf de 2de week wordt een postoperatie- schoen of een verbandschoen meegegeven waarmee kan gestapt worden. In het begin wordt best bij de 1ste stappen krukken of gangkader gebruikt. Vanaf de 3de week na de operatie kan men al rondstappen zonder krukken. Vanaf de 5de of de 6de week kan men de postoperatie-schoen afbouwen en goede sportschoenen dragen.
Het gebruik van krukken of gangkader worden de 1ste 14 dagen aangeraden.
Vanaf de 6de week na de ingreep kan men fietsen.
Fietsen en zwemmen kan 6 weken na de ingreep. Alle andere sporten kunnen pas 3 maanden na de ingreep.
Autorijden is mogelijk vanaf 6 weken na de ingreep.
2 maanden
6 maanden tot 1 jaar
Operatie: uitgebreide uitleg
Voor wie en wat wordt er gedaan:
Het type chirurgische ingreep is afhankelijk van de graad van de afwijking, de leeftijd en de botkwaliteit.
Wat moet er gebeuren voor de ingreep:
Voor patiënten boven de 50 jaar is een pre-operatief nazicht (een bloedonderzoek al dan niet samen met een hartonderzoek) bij de huisarts noodzakelijk. Tevens worden sommige medicaties, zoals bloedverdunners een aantal dagen voor de operatie gestopt.
Let op: Als er allergieën zijn moet u dit zeker vermelden. Hetzelfde geldt wanneer u bloedverdunners neemt.
De dag van de operatie komt u nuchter binnen. U gaat via de opname dienst naar uw kamer van keuze. Meestal is dit op voorhand met u afgesproken. Vervolgens zal u naar de operatiezaal gebracht worden. Daar zal u nog eens aantal vragen beantwoorden in verband met uw gezondheidstoestand. U zult dan ook een infuus/baxter krijgen van de anesthesieverpleegkundigen. Daarna wordt u voorbereid op de anesthesie en de operatie.
Hoe verloopt de ingreep:
Nadat de anesthesie in gang gezet is, kan de chirurg beginnen met de operatie. De incisie (de sneede) bevindt zich over de knobbel en van daaruit wordt de correctie uitgevoerd. Soms is het noodzakelijk om naast de hallux valgus ook andere tenen te corrigeren bv. hamertenen en/of klauwtenen. Dit gebeurt natuurlijk op hetzelfde moment. De correcties gebeuren met osteotomieën. Dit zijn zaagcoupes die de chirurg maakt op het bot om de 1ste straal van uw voet te corrigeren. Deze zaagcoupes worden ook vastgezet met speciale schroeven met variërende diameter ( van 1,7 mm tot 2,5 mm). Deze schroeven zijn verzinkt in het bot. U ziet ze niet en ze steken niet uit de huid. Soms is het ook mogelijk de zaagcoupes te fixeren zonder schroeven.
Na het spoelen en mooi sluiten van de wonde wordt er een voetverband aangebracht door de chirurg zelf.
Beleid tijdens de hospitalisatie:
Tijdens hospitalisatie wordt vooral voor uw comfort gezorgd. Zo nodig wordt er extra pijnstilling gegeven. Er zal ook aandacht besteed worden aan het gebruik van krukken.
Beleid na ontslag:
Alle nodige documenten en attesten worden meegegeven.
Controle en opvolging:
Afspraken na de operatieve ingreep:
- 1ste week na de operatie,
- 2de weeek na de operatie,
- 4de week na de operatie met een radiografie van de voet,
- 6de week na de operatie
Revalidatie:
Vanaf de 2de week van de operatie kunt u al rondstappen met een verbandschoen, de kinesitherapie start vanaf de 5de/6de week na de ingreep met aandacht voor de mobiliteit, zwelling en gangrevalidatie.
Eventuele complicaties:
Infectie en wondproblemen: zeer zeldzaam, meestal bij diabetici en patiënten met verminderde doorbloeding. Met de juiste zorgen geneest dit vrij goed.
Herval van hallux valgus (10%): de factoren die tot een herval kunnen leiden zijn:
- correctie niet krachtig genoeg was, omdat de anatomie van de patiënt een goede correctie niet meer toelaat,
- een niet-correcte indicatie voor chirurgie,
- het niet goed volgen van het postoperatieve beleid,
- Nonunion: het niet aan elkaar groeien van de osteotomie (zaagcoupe) is zeer zeldzaam. Dit kan voorkomen bij osteoporotische patiënten. Ook ziet men dit soms bij reuma-patiënten onder invloed van bepaalde medicatie ter behandeling van reuma.
Stijfheid iedere ingreep t.h.v een gewricht heeft risico op stijfheid. Hiervoor kan men kinesitherapie en mobilisatie-oefeningen voorschrijven.
Zwelling: dit komt bij iedereen voor en geneest ook goed. Geduld is van belang. De zwelling zal minstens 3 maanden aanhouden. Hiervoor wordt lymfedrainage en wisselbaden aangeraden.
Neurapraxie (=zenuwverrekking) kan voorkomen. Dit is tijdelijk en van voorbijgaande aard.
Nog enkele tips:
1 week voor de ingreep leren krukken/gangkader gebruiken en zeker oefenen.