U wenst informatie over
- Platvoet (pes planus) is de inzakking van de binnenzijde van de voet. Hierdoor ziet men aan de binnenzijde van de voet geen holte meer. Tevens ziet men dat de binnenzijde van de voet zeer dicht bij de grond komt en in sommige gevallen de grond raakt. Naast de inzakking van de voet ziet men ook een scheefstand van de achtervoet naar buiten toe als men de voet van de achterkant bekijkt. (Valgisatie achtervoet)
- Men onderscheidt 2 soorten platvoeten:
soepele platvoeten en rigide platvoeten. 2
Oorzaken van platvoet
- Platvoet kan aangeboren zijn (genetisch).
- Platvoet kan ontstaan door trauma of door sporten waarbij de voet zwaar belast wordt, waardoor belangrijke ligamentaire structuren en pezen aan de binnenkant van de voet/enkel aangetast worden.
- Platvoet kan ontstaan door de leeftijd waarbij een belangrijke pees aan de binnenkant van de enkel, namelijk de tibialis posterior pees, het langzaam begeeft.
- Platvoet kan ontstaan door reuma en door neurologische aandoeningen.
Klachten
- De meeste platvoeten zijn symptoomloos, er zijn geen klachten.
- Als er klachten zijn dan gaat het om pijn en vermoeidheid t.h.v. de voet bij inspanning, sport en/of bij lange wandelingen. Bij meer gevorderde gevallen zijn de klachten ook al aanwezig bij korte afstanden en gaat het meer om pijn aan de onderzijde van de voet, aan de buitenkant van de enkel en de voet (impingement) met soms uitstraling naar de knie toe en/of pijn aan de binnenkant van de enkel over het verloop van de tibialis posterior pees.
Diagnose
- Diagnose gebeurt door klinisch onderzoek waarbij men de statiek, de stabiliteit en de kracht van de achtervoet en de voet zelf evalueert.
- Klassieke radiografie van de enkel en voet in staande positie is voldoende om de diagnose te bevestigen.
- Voor een meer gedetailleerde diagnose is soms een echografie, een MRI en soms ook een staande CT noodzakelijk, afhankelijk van de ernst van de pathologie.
Waarom wordt er behandeld
- Wij raden een behandeling aan voor platvoeten wanneer de patiënt teveel levenskwaliteit moet inleveren door pijn in het dagelijks leven. Wanneer door pijn en last, de wandelafstand korter wordt, sporten moeilijk wordt, kan na een consultatie een behandelingstraject afgesproken worden.
De behandelingskeuze is afhankelijk van
- Het type platvoet: soepel of rigid,
- De ernst van de platvoet: kleine of grote deformiteit,
- De kwaliteit van de tibialis posterior pees: peesontsteking of partiële en/of volledige ruptuur van de pees,
- De graad van slijtage in de achtervoetgewrichten,
- De leeftijd en de dagelijkse activiteit,
- De algemene toestand van de patiënt,
- diabeet (suikerziekte),
- roker,
- andere aandoeningen bv. reuma,
- De verwachtingen van de patiënt.
Niet operatief
- Steunzolen op maat,
- Kinesitherapie voor versterking van de tibialis posterior pees, vooral bij tendinopathie van de tibialis posterior pees,
- Medicatie: Pijnstillers, NSAIDS,
- Aanpassing van de dagelijkse activiteit en/of sport,
- Orthopedische schoenen,
- Infiltratie met cortisone in de sinus tarsi vooral bij ontsteking wegens laterale impingement,
- Loopgips of walkerboot voor 2-4 weken bij zeer pijnlijke platvoet gepaard gaande met een makend gangpatroon en nadien kinesitherapie,
- Enkelbrace
Operatief
Operatieve behandeling wordt uitgevoerd bij het falen van de conservatieve therapie en is afhankelijk van de ernst van de platvoet en bestaat uit een combinatie van de volgende operatieve technieken:
- Calcaneum osteotomie met medial shift:
- Hierbij wordt een zaagcoupe achteraan doorheen het hielbeen gemaakt, langs de buitenkant. Vervolgens wordt het hielbeen naar de binnenzijnde van de voet verschoven voor 7-10 mm. Hierdoor corrigeert men de valigisatie van de achtervoet en ook deels de voetboog aan de binnenkant van de voet. Deze ingreep ontlast ook de tibialis posterior pees. Deze osteotomie (zaagcoupe doorheen bot) wordt vastgezet met één of twee schroeven.
- Evans osteotomie (verlenging van de laterale kolom):
- Hierbij wordt een zaagcoupe vooraan doorheen het hielbeen gemaakt langs de buitenkant. Het gaat om een zaag coupe van ongeveer 7 mm van het calcaneo-cuboid gewricht en om een open-wedge osteotomie. Dit wil zeggen dat men de zaagcoupe openmaakt als een driehoek en een allogreffe (donor-bot) daarin plaatst. Soms kan men ook in de opening een “wedge-plaat” met schroeven plaatsen. Hierbij corrigeert men het naar buiten draaien van de voorvoet over het talo-naviculair gewricht dat men vaak ziet bij platvoeten. Zodoende verlengt men de buitenkant (de laterale kolom) van de voet met ongeveer 7-10 mm.
- Hierbij wordt een zaagcoupe vooraan doorheen het hielbeen gemaakt langs de buitenkant. Het gaat om een zaag coupe van ongeveer 7 mm van het calcaneo-cuboid gewricht en om een open-wedge osteotomie. Dit wil zeggen dat men de zaagcoupe openmaakt als een driehoek en een allogreffe (donor-bot) daarin plaatst. Soms kan men ook in de opening een “wedge-plaat” met schroeven plaatsen. Hierbij corrigeert men het naar buiten draaien van de voorvoet over het talo-naviculair gewricht dat men vaak ziet bij platvoeten. Zodoende verlengt men de buitenkant (de laterale kolom) van de voet met ongeveer 7-10 mm.
- Tibialis posterior debridement met of zonder FDL-transfer:
- Het debridement of opkuisen van de tibialis posterior is noodzakelijk als de pees kleine scheurtjes en zieke zones heeft ontwikkeld door de platvoet. De pees is dan ook veel dikker dan een normale pees. Dit ingreep wordt nooit alleen uitgevoerd. Het is altijd in combinatie met hielbeenosteotomie.
- Bij ruptuur van de tibailis posterior pees wordt de naastliggende pees, namelijk de flexor digitorum longus (FDL), gebruikt om de continuiteit en de functie van de pees te herstellen. Dit wordt FDL-transfer genoemd. Ook deze ingreep gebeurt altijd samen met de calcaneumosteotomie. 2
-
Planterisatie van metatars 1:
-
Deze ingreep bestaat uit een open wedge osteotomie van de 1ste middenvoet beetje en/of t.h.v. de os cuneiforme mediale (cotton osteotomie). Hierbij wordt een zaagcoupe gemaakt voor 2/3 doorheen het bot en die zaagcoupe wordt opengemaakt als een driehoek. Zo verlaagt men de 1ste straal van de voet naar de grond toe. Dit zorgt ervoor dat de voetboog beter wordt gecorrigeerd, indien de andere operatieve technieken dit niet bekomen.
-
De beslissing om deze ingreep aan de behandeling toe te voegen is meestal tijdens de operatie waarbij de chirurg pre-operatief de stand van de voet evalueert en beslist of er een planterisatie noodzakelijk is of niet.
-
- Triple arthrodese:
- Deze ingreep gebeurt bij platvoeten die niet meer corrigeerbaar zijn en verstijfd zijn door de jarenlange misvorming.
- Hierbij worden de drie (triple) achtervoetgewrichten vastgezet met correctie van de as van de achtervoet. De gewrichten die vast gezet worden zijn het subtalaire gewricht, het talo-naviculair gewricht en het calcaneo-cuboid gewricht. 3
Operatie: samengevat
Afhankelijk van het type ingreep 1-2 nachten hospitalisatie noodzakelijk.
Locoregionaal in combinatie met algemene narcose of epidurale.
Afhankelijk van het type ingreep 2-3 uur.
Ja, voor prikje in de buik. De wonde wordt enkel verzorgd door de chirurg in de gipskamer.
Noodzakelijk bij gips immobilisatie
ja
2 weken
Afhankelijk van het type ingreep.
6-8 weken gips met steun verbod.
Zodra geen vaste gips meer noodzakelijk is, mag de voet gewassen worden.
Post-operatieve pijnstillers en zo nodig thuisverpleging.
Afhankelijk van het type ingreep: 6-8 weken steunverbod.
Noodzakelijk bij alle ingrepen.
Na 8 weken kan men starten op een home-trainer .
Afhankelijk van het type ingreep. Geen sport de 1ste 3 maanden.
Na 8 weken is dit mogelijk
8-10 weken werkonbekwaam.
Afhankelijk van het type ingreep.
Volledige resultaat zal pas duidelijk zijn na 6 maanden.
Operatie: uitgebreide uitleg
Voor wie en wat wordt er gedaan:
- Bij alle patiënten met pijn en last starten we met de niet- operatieve behandeling. Bij het falen hiervan doen we operatieve behandeling.
- Bij patiënten met soepele, corrigeerbare platvoeten doet men mediale shift calcaneum osteotomie, met of zonder Evans osteotomie, met of zonder tibialis posterior debridemenet, met of zonder FDL- transfer, met of zonder planterisatie van de 1ste metatars. (zie operatieve behandeling)
- Bij patiënten met rigide, niet corrigeerbare platveten is triple arthrodese de beste behandeling (zie opertaieve behandeling)
Wat moet er gebeuren voor de ingreep:
- Nuchter: U bent nuchter de dag van de operatie (= niet eten, drinken of roken vanaf middernacht vóór de operatie). Indien u in de namiddag wordt geopereerd, is een beperkt ontbijt toegestaan. U dient wel minstens 6 uur vóór de operatie nuchter te zijn! Thuismedicatie mag ‘s ochtends nog worden ingenomen met een klein slokje water. Geen koffie of andere dranken !
- Bloedverdunners: In overleg met uw huisarts, wordt de inname van bloedverdunners tijdelijk gestopt. Zo nodig wordt Fraxiparine (prikjes in de buik) in plaats hiervan gestart.
- Vooronderzoeken: Zo nodig wordt voor de operatie bij de huisarts een bloedafname en ECG afgenomen. Het resultaat wordt meegenomen de dag van de operatie.
- Samenwerkingsdocument: U neemt het samenwerkingsdocument ingevuld en ondertekend mee de dag van de operatie en geeft dit aan de verpleegkundige.
- Suikerziekte: In geval van suikerziekte zal u vroeg worden behandeld en is het belangrijk de diabetesmedicatie pas na een ontbijt nà de operatie in te nemen.
- Allergieën: Vergeet niet te vermelden indien u allergisch bent aan medicatie, latex of ontsmettingsmiddelen
- Gelnagels: U draagt bij voorkeur geen valse nagels. U heeft propere nagels.
Popliteaalblok: zo nodig wordt onder geleide van echografie door de anesthesist, een prik toegediend achteraan in de knie om het onderbeen te verdoven.
Hoe verloopt de ingreep:
Nadat de anesthesie toegediend is starten we met de ingreep. Uw onderbeen wordt ontsmet en steriel afgedekt.
Beleid tijdens de hospitalisatie:
Tijdens hospitalisatie wordt vooral voor uw comfort gezorgd. Zo nodig wordt er extra pijnstilling gegeven. Er zal ook aandacht besteed worden aan het gebruik van krukken.
Beleid na ontslag:
Alle nodige documenten en attesten worden meegegeven.
Controle en opvolging:
Afspraken na de operatieve ingreep:
- 1ste week na de operatie,
- 2de weeek na de operatie,
- 4de week na de operatie met een radiografie van de enkel,
- 6de week na de operatie,
- 8ste week na de operatie.
Revalidatie:
Afhankelijk van het type ingreep: (zie hoger)
Eventuele complicaties:
Infectie en wondprobelemen: zeldzaam, meestal bij diabetici en patiënten met verminderde doorbloeding. Met de juiste zorgen geneest dit vrij goed.
Nonunion of het niet aan elkaar groeien van de arthrodese is een mogelijke complicatie en moet opnieuw geopereerd worden.
Malunion of het verkeerd vastgroeien van de osteotomie is beschreven. Dit is zeldzaam maar als dit zou voorvallen dan moet de osteotomie opnieuw uitgevoerd worden.
Zwelling: dit komt bij iedereen voor en geneest ook goed. Geduld is van belang. De zwelling zal minstens 2-3 maanden aanhouden. Hiervoor wordt lymfedrainage en wisselbaden aangeraden.
Neuropraxie: of zenuwverrekking kan voorkomen. Dit is tijdelijk en van voorbijgaande aard.
Nog enkele tips:
1 week voor de ingreep leren krukken/gangkader gebruiken en zeker oefenen.
Bij arthrodese en prothese is het van belang om te stoppen met roken.